Theorie
Betekenisvol onderwijs is een van de drie pijlers van interactief taalonderwijs. De andere twee zijn sociaal leren en strategisch leren. Wij hebben gekozen voor betekenisvolle lessen om andere leerkrachten in het basisonderwijs makkelijke, leuke, betekenisvolle taallessen aan te bieden.
Betekenisvol leren impliceert dat al het leren in een betekenisvolle context plaatsvindt. Dat is het geval, wanneer de activiteiten zin hebben voor het kind. Daarom zorgen we ervoor dat kinderen zoveel mogelijk in aanraking komen met ‘echte’ situaties, die functioneel zijn en die hen aanspreken. Zo kunnen kinderen schrijven met een bepaald doel en voor een bepaald publiek. Ze schrijven om gelezen te worden. Daardoor worden zij meer gemotiveerd om te leren. Zij willen immers – net zoals volwassenen – graag dingen leren die zij kunnen gebruiken in het dagelijks leven. Daarom doen we functionele activiteiten met de kinderen, waaraan zij ook zelf betekenis kunnen geven.
De inhoud van de activiteiten heeft dus alles te maken met de kinderen zelf en sluit aan bij hun eigen leefwereld. Het is de taak van de leerkracht om zo’n betekenisvolle context te creëren. Wanneer we betekenisvol leren willen realiseren, is de omgeving waarin kinderen de taalactiviteiten uitvoeren van essentieel belang. Er moet sprake zijn van een ‘stimulerende leeromgeving’. Dit betekent dat de omgeving aantrekkelijk is en ondersteuning biedt bij het uitvoeren van de (taal)activiteiten.
In een stimulerende leeromgeving zien we veel beeldtaal en geschreven taal, is er een rijk en gevarieerd boekenaanbod en liggen er vele lees- en schrijfmaterialen. Er zijn verschillende werkplekjes, waar kinderen allerlei activiteiten kunnen uitvoeren. De kinderen kunnen makkelijk beschikken over de boeken en schrijfmaterialen; deze liggen als het ware voor het grijpen. Het belangrijkste element van een stimulerende lees- en schrijfomgeving is de leerkracht zelf. Zij vervult een voorbeeldrol als lezer en schrijver. De kinderen zien haar lezen en schrijven en ervaren dat zij het leuk vindt. De leerkracht praat enthousiast over boeken of artikelen die ze gelezen heeft. Ze werkt zoveel mogelijk met allerlei lees- en schrijfroutines zoals een klassenschrift, een prikbord met briefjes waarop allerlei belangrijke zaken genoteerd zijn en kladblaadjes. Wanneer de leerkracht met deze routines bezig is, betrekt ze de kinderen erbij. Zij geeft kinderen telkens de gelegenheid de leeromgeving te beïnvloeden.
Leeromgevingen
APA Geplaatst op 1 juni 2014
Rijke leeromgeving
Het is belangrijk dat leerlingen actief betrokken worden bij het leerproces. Om goed te kunnen leren, heeft een leerling een rijke, krachtige en betekenisvolle leeromgeving nodig. In zo’n omgeving wordt het leerproces van leerlingen optimaal bevorderd.
Bij een betekenisvolle leeromgeving horen:
- Een professionele leerkracht, van wie je kunt leren. Hij legt niet alles uit, maar richt zich op het leerproces van zijn leerlingen.
- Diverse soorten uitnodigende materialen en activiteiten, ook m.b.t. ICT.
- Verschillende contexten die de nieuwsgierigheid opwekken.
- Ruimte voor inbreng van de leerling, voor eigen wensen, oplossingen en creativiteit.
- Ruimte om samen te werken.
- Mogelijkheden voor experimenten en onderzoeken.
- Ruimte voor verschillende leerstijlen en leervormen.
https://wij-leren.nl/leeromgevingen.php
Maak jouw eigen website met JouwWeb